Op de huidige nieuwe auto’s zit dagverlichting. Wat veel mensen niet weten, is dat de achterlichten dan niet branden. Dagverlichting zit aan de voorkant van de koplampen, vaak is het een lijn om de koplampen heen. De dagverlichting staat altijd aan, als de normale verlichting (dimlichten), niet aan staan.

Wat men niet weet is dat bij veel auto’s, die een automatische verlichting hebben, bij mist de dimlichten niet aangaan, alleen bij het donker worden. Als er dan mist opkomt, denkt men dat ze niet de verplichte dimlichten hoeven aan te zetten als de dagverlichting aanstaat. Men is in de veronderstelling dat de achterlichten ook branden als de dagverlichting aanstaat. Dit kan dus erg gevaarlijk zijn, want degene die achter je rijdt, ziet je niet bij mist. Hierdoor kan je dus een ongeval veroorzaken.

Het advies is dan ook, wees hier alert op en zorg dat je met mist minimaal je dimlichten aan hebt staan. De regel voor het voeren van mist voor- en mist achterlichten is terug te vinden in artikel 34 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) uit 1990 en luidt als volgt:

1. Bij mist, sneeuwval of regen, die het zicht ernstig belemmert, mogen bestuurders van een motorvoertuig en van een gehandicaptenvoertuig mistlicht aan de voorzijde voeren. In dat geval hoeven die bestuurders geen dimlichten te voeren.

2. Bij mist of sneeuwval, die het zicht beperkt tot een afstand van minder dan 50 meter mag mistachterlicht worden gevoerd.

Er staat dat bij het voeren aan de voorzijde van mistlichten het dimlicht niet aan hoeft, echter adviseren wij wel dit te doen. Zo ben je beter zichtbaar voor andere weggebruikers.

Voor de rijbewijsleerlingen, weet dat tijdens je praktijkexamen voor rijbewijs B, de examinator hier vragen over kan stellen. Dit valt onder het onderdeel bijzondere verrichtingen.