In de huidige auto’s zitten sensoren die de toestand van de auto monitoren en een signaal sturen naar één van de waarschuwingslampjes op het dashboard, als er iets niet in orde is. Veel auto’s tellen al meer dan 64 waarschuwingslampjes. Maar wanneer kan ik doorrijden en wanneer moet ik nu echt stoppen en hulp inroepen van een specialist?

Een waarschuwingslampje kan geel, oranje of rood kleuren. Gele of oranje waarschuwingslampjes geven aan dat er iets aan de hand is maar behoeven niet direct actie, je kan nog doorrijden maar maak wel een afspraak met de garage. Als het waarschuwingslampje rood brandt, dan moet je onmiddellijk stoppen en de wegenwacht of garage bellen. Het rode lampje geeft aan dat er iets ernstigs aan de hand is. Het is dan verstandig geen lange afstanden meer te rijden en direct de garage of wegenwacht te bellen.

Het lampje met de uitroepteken en rode cirkel betekent dat je handrem aangetrokken is. Als je de handrem eraf gehaald hebt en het lampje blijft rood branden, dan is er iets mis in het remsysteem en dat betekent ernstig gevaar. Je mag dan ook niet verder rijden totdat de oorzaak is achterhaald, want je loopt de kans dat je remmen niet werken. Dit lampje van de handrem gaat onder meer branden als er onvoldoende remvloeistof is of als de remblokken compleet zijn afgesleten.

Als er een rood oliekan-symbool brandt op je dashboard, betekent dit dat je oliepeil of oliedruk laag is. Controleer het oliepeil en vul olie bij.

Als het lampje van de koelvloeistof brandt, dan wordt de motor van je auto niet voldoende gekoeld. Zet de motor dan uit en laat de motor afkoelen. Pas op, er is gevaar voor brandwonden als je de dop van de koelvloeistoftank direct eraf draait. Er staat namelijk druk op. Wacht tot alles is afgekoeld en controleer dan pas het niveau. Daarna draai je de dop eraf. Zorg dat je bijvult tot het maximale niveau, niet daarboven. Controleer in het instructieboekje van de auto welke koelvloeistof geschikt is voor jouw auto. Blijft het lampje branden, maak dan een afspraak met de garage.

Als het motormanagement lampje gaat branden, dan is er een motorstoring. Bij deze storing kan het vermogen van de auto afnemen. Verminder snelheid en rijd voorzichtig. Bezoek zo snel mogelijk een garage. Brandt het lampje rood, dan niet meer doorrijden stop onmiddellijk. Bel de wegenwacht of de garage.

Als dit lampje gaat branden op het dashboard, dan is de spanning van één of meerdere banden te laag. Rijd dan voorzichtig naar een benzinepomp of garage en controleer de banden. Blijft het lampje branden, laat dan de garage kijken wat er aan de hand is. Soms kan het zijn dat er iets in je band zit, zoals een schroef of spijker. Hierdoor kan de band langzaam leeglopen en blijft het lampje branden. Zorg nadat je de banden op de juiste spanning hebt gebracht, dat je het lampje reset. Bij sommige auto’s is dit door middel van het knopje in de auto met dit teken, ingedrukt te houden totdat het waarschuwingslampje van het dashboard verdwijnt. Kijk in je instructieboekje hoe het in jouw auto werkt.

We hebben een aantal lampjes hierboven besproken maar er zijn er nog genoeg. Lees daarom het instructie boekje eens door. Heb je nog niet je rijbewijs, kijk dan in je theorieboek of op internet. Zorg dat je in ieder geval het verschil tussen de kleuren lampjes weet. Heel veel nieuwe auto’s geven ook een tekst op je beeldscherm (als het een redelijke nieuwe auto is), wat je moet doen.